Azadirachta Indica (Mahoniefamilie)
De Neem komt oorspronkelijk uit Myanmar en is een ‘autochtoon’ in Zuid-Oost Azië. De boom is eeuwen geleden geëxporteerd naar Afrika en tegenwoordig ook naar Midden- en Zuid-Amerika , hoofdzakelijk om verdere ontbossing te voorkomen.
De boom gedijt het best in droge gebieden en is dus ideaal om erosie tegen te gaan. De boom groeit snel, kan 30 meter hoog worden, de wortels gaan 2 x zo diep. Door het dichte bladerdek van de brede kruin ontstaat veel schaduw, waardoor hij populair is op veel dorps- en schoolpleinen.
Enkele kenmerken:
- Gedijt het best bij een jaarlijkse regenval van 300 -1200 mm.
- Kan met ondersteuning ook groeien in drogere gebieden
- Kan groeien op zoute en basische gronden.
- Verdraagt temperaturen van boven de 50 graden Celsius.
- Kan 200 jaar oud worden.
- Na 3 jaar verschijnen de eerste bloemen en vruchten.
- Produceert per jaar 30 tot 50 kilo pitten (uit vruchten).
- Bevat bestanddelen die sprinkhanen (oogstbedreigers) afschrikken.
- Bladeren en takken worden gebruikt ter voorkoming van Malaria.
De Neem wordt in Azië al millennia gewaardeerd om de vele nuttige en heilzame producten die ervan gemaakt kunnen worden. Niet voor niets wordt hij de “Wonder Boom” genoemd.
Sinds eind vorige eeuw is er ook in het Westen belangstelling voor de vele producten die uit de Neem geproduceerd kunnen worden.
Neem producten worden steeds meer toegepast in de land- en tuinbouw vanwege de schimmel en virus werende eigenschappen en omdat het kan fungeren als biologisch bestrijdingsmiddel en/of bodemverbeteraar.
Lees meer over de Neem producten